Als het gaat om tijd, zijn er verschillende manieren om dit te meten. Een van de meest fundamentele en belangrijke manieren is het jaar. Een jaar is handig om periodes te begrijpen en te organiseren.
Maar hoeveel dagen heeft een jaar precies? En hoe verhoudt een maand zich tot het jaar? In dit artikel zullen we ingaan op dit soort vragen en meer. Lees gauw verder.
Wat is een jaar?
Een jaar is de tijd die de aarde nodig heeft om één rondje om te zon te maken. Dit staat bekend als een ‘tropisch jaar’ en duurt ongeveer 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45 seconden. Dat het niet af te ronden is naar 365 dagen, levert narigheid op. De narigheid wordt opgelost in de vorm van een schrikkeljaar.
Wanneer een jaar 365 dagen duurt, is dat te herleiden naar het Gregoriaanse kalenderjaar. We volgen in Nederland dus deze opzet. Andere kalenders zijn ondermeer de Chinese, islamtische, hindoeïstische en boeddhistische kalender, die elk hun eigen unieke kenmerken hebben.
Schrikkeljaren
Hoewel het kalenderjaar 365 dagen heeft, duurt het tropische jaar iets langer, ongeveer 365,242189 dagen. Om ervoor te zorgen dat de kalender niet uit de pas loopt met de astronomische gebeurtenissen, worden er om de vier jaar schrikkeldagen toegevoegd aan het jaar. Dit betekent dat het schrikkeljaar 366 dagen heeft. In februari wordt die extra dag toegevoegd. Er bestaat dan ‘ineens’ een 29e dag in februari.
Mensen die geboren worden op 29 februari, hebben het niet makkelijk. Maar eens in de vier jaar zijn ze echt jarig, terwijl in andere jaren hun verjaardag niet bestaat. Ze zijn natuurlijk wel een jaar ouder, maar hebben geen eigen dag om het op te vieren.
Schrikkeljaar berekenen
Maar hoe weet je nu of het huidige jaar een schrikkeljaar is? Dat kan met een makkelijk foefje. Het is een schrikkeljaar als:
- het jaar is gelijkmatig deelbaar door 4
Mocht het jaar wel gelijkmatig deelbaar zijn door 100, dan is het alleen een schrikkeljaar als het ook te delen is door 400. Het jaar 1900 kon wel gedeeld door 4, maar niet door 400, met als gevolg dat er toen geen schrikkeljaar plaatsvond. Waarom? Zo worden de laatste correcties op de ‘fout’ in de huidige kalender gecorrigeerd.
Wat is een maand?
Om een jaar op te delen, maken we gebruik van maanden. Het is een periode van ongeveer 30 dagen, afhankelijk van de indeling van de kalender. Onze maanden hebben ook te maken met de stand van de maan. De maanden die wij kennen zijn:
- Januari (31 dagen)
- Februari (28 of 29 dagen)
- Maart (31 dagen)
- April (30 dagen)
- Mei (31 dagen)
- Juni (30 dagen)
- Juli (31 dagen)
- Augustus (31 dagen)
- September (30 dagen)
- Oktober (31 dagen)
- November (30 dagen)
- December (31 dagen)
De oorsprong van de maand gaat terug tot de oude beschavingen, zoals de Babyloniërs en de Oude Egyptenaren, die de cyclus van de maan gebruikten om de tijd te meten en hun kalenders te organiseren. In de loop der tijd hebben verschillende culturen hun eigen kalenders ontwikkeld, met variërende aantallen dagen en maanden
Wij in Nederland gebruiken de Gregoriaanse kalender, die dus is ingedeeld in 12 maanden. De twaalf maanden vormen samen weer 365 (of 366) dagen.
Seizoenen
Aan de maanden linken mensen ook geregeld de seizoenen die we kennen. De zomer, herfst, winter en de lente komen terug in de seizoenen hoe wij deze hebben neergezet. Hoewel de seizoensstart niet helemaal gelijkloopt met de start van een maand, kunnen we wel een ‘ongeveer’ aanhouden. De verschillende seizoenen linken we aan de volgende maanden:
- Zomer: juni, juli, augustus
- Herfst: september, oktober, november
- Winter: december, januari, februari
- Lente: maart, april, mei
Wat is een dag?
Fijn, dat maanden en zelfs jaren worden ingedeeld in een dag, maar wat is een dag eigenlijk?
Een dag is een tijdsduur van 24 uur, die begint en eindigt op middernacht. In deze periode draait de Aarde om haar eigen as, wat leidt tot de afwisseling van dag en nacht. Eén rotatie van de Aarde om haar as duurt ongeveer 23 uur, 56 minuten en 4 seconden, wat wordt aangeduid als een siderische dag. Dit komt niet overeen met 24 uur, maar als er wordt gekeken naar andere meetpunten, komt het wel ongeveer op 24 uur uit.
In principe loopt de klok twee keer tot twaalf. Een keer vanaf middernacht tot de middag en een keer vanaf de middag tot middernacht. Om een duidelijk onderscheid te kunnen maken in een klok, is de 24-uurs eenheid aangebracht. Dat ziet er als volgt uit:
- Stipt middernacht = 00.00u
- De nacht = 00.00u tot 05.59u
- De morgen = 06.00u tot 11.59u
- Stipt middag = 12.00u
- Middag = 12.00u – 17.59u
- Avond = 18.00u – 23.59u
In de middag geldt, dat je vanaf 12.00u weer opnieuw gaat tellen. 13.00 is één uur, 14.30u is twee uur en 30 minuten, ofwel half 3.
Handigheid
Voor de meesten is de dage en meeteenheid van tijd, die wordt gebruikt om activiteiten te plannen en te volgen. Bovendien hebben veel mensen dag- en nachtroutines, waarbij activiteiten zoals werken, eten en slapen worden aangepast aan het natuurlijke dag-nachtritme.
In het dagelijks leven wordt de dag onderverdeeld in uren, minuten en seconden, wat ons in staat stelt om de tijd nauwkeurig te meten en te plannen. Wanneer je een afspraak met iemand wil maken, is het handig dat daaraan een tijd wordt gesteld. Je hoeft zo niet de hele dag te wachten, tot iemand komt opdagen.
Conclusie
Jaren, maanden en dagen zijn fundamentele eenheden van tijd die worden gebruikt om het verloop van de tijd te meten en te plannen. Een jaar omvat de tijd van de beweging waarin de aarde rond de zond draait. Het is eveneens de basis voor de Gregoriaanse kalender.
Maanden baseren we op de fasen van de maan en worden gebruikt om de lengte van een jaar op te delen in kleinere periodes. Dagen zijn gebaseerd op de rotatie van de aarde om haar eigen as . Het vormt de basis voor dagelijkse routines en activiteiten. Een jaar, de maanden en dagen zijn onze eenheden van tijd en de basis van de manier waarop we ons leven organiseren en plannen.
